Перевод: с английского на все языки

со всех языков на английский

breeding pond

Толкование Перевод

1 breeding pond

breeding pond (pool) [´bri:diʃ¸pɔnd (¸pu:l)] n развъдник за риба, рибарник.

English-Bulgarian dictionary > breeding pond
2 breeding-pond

breed.ing-pond

[br'i:diŋ pɔnd] n açude de desova.

English-Portuguese dictionary > breeding-pond
3 breeding pond

Пищевая промышленность: нерестовый пруд

Универсальный англо-русский словарь > breeding pond
4 breeding-pond

[brí:diŋpɔnd]
noun

ribogojski ribnik

English-Slovenian dictionary > breeding-pond
5 breeding-pond

рибарник; развъдник;

English-Bulgarian dictionary > breeding-pond
6 breeding pond

нерестовый пруд

Англо-русский словарь по пищевой промышленности > breeding pond
7 stocking pond

рыб. садок, маточный пруд

fry pond — мальковый пруд

froggy pond — лягушиный пруд

pond for fry — пруд для малька

breeding pond — нерестовый пруд

finishing pond — нагульный пруд

English-Russian base dictionary > stocking pond
8 tailing pond

пруд для хвостов

fry pond — мальковый пруд

froggy pond — лягушиный пруд

pond for fry — пруд для малька

breeding pond — нерестовый пруд

finishing pond — нагульный пруд

The English-Russian dictionary general scientific > tailing pond
9 good

adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn
--------
adv. goed, op een goede manier
--------
n. goedheid; winst; goederen

good¹

[ goed]

I 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 goed ⇒ welzijn, voorspoed

2 nut ⇒ voordeel

3 goed werk ⇒ dienst

4 goedheid ⇒ verdienste, deugd(zaamheid)

♦voorbeelden:

1   milk does you good • melk is goed voor u

     for the common good • voor het algemeen welzijn

     it will do him all the good in the world • hij zal er erg van opknappen/opkikkeren

     he will come to no good • het zal slecht met hem aflopen

     for his (own) good • om zijn eigen bestwil

2   it's no good (my) talking to her • het heeft geen zin met haar te praten

     what is the good of it? • wat voor nut heeft het?

     it's no good • het heeft geen zin, het wordt niks

     〈 vaak ironisch〉 much good may it do you! • dat het je wel bekome!, geluk ermee!

3   be after/up to no good • niets goeds in de zin hebben

4   good and evil • goed en kwaad

¶ for good (and all) • voorgoed, voor eeuwig (en altijd)

     〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 be in good with • in een goed blaadje staan bij

     £10 to the good • tien pond te goed; tien pond over; tien pond extra; tien pond voordeel/winst

→ bad bad/

II 〈 meervoud〉

1 roerende goederen

2 〈 werkwoord soms enkelvoud〉 (koop)waar ⇒ handelsartikelen

3 bezittingen

4 〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen 〈 voor treinvervoer〉 ⇒ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 vracht

♦voorbeelden:

2   deliver the goods • de goederen (af)leveren; 〈 figuurlijk〉 volledig aan de verwachtingen voldoen

3   〈 juridisch〉 goods and chattels • persoonlijke bezittingen

¶ by goods • per/met de goederentrein

     〈 slang〉 (she thinks he is) the goods • (ze vindt hem) de ware Jacob

————————

good²

〈bijvoeglijk naamwoord; better [bettə], best [ best]〉

1 goed ⇒ kwaliteitsvol; knap, kundig

2 goed ⇒ prijzenswaardig; correct, juist

3 goed ⇒ fatsoenlijk, betrouwbaar

4 aardig ⇒ lief, goed; gehoorzaam

5 goed ⇒ aangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond

6 afdoend ⇒ geldig

7 aanzienlijk ⇒ aardig groot/veel/lang 〈enz.〉

♦voorbeelden:

1   a good looker • een knappe man/vrouw; een mooi iets

     good looks • knapheid

     good sense • gezond verstand

     good soil • vruchtbare bodem/grond

     good for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you • goed zo, knap (van je)

2   the good cause • de goede zaak

     good English • goed/correct Engels

     my watch keeps good time • mijn horloge loopt gelijk

     all in good time • alles op zijn tijd

     make good • het er goed afbrengen, het maken, slagen 〈 voornamelijk financieel〉; goedmaken; vergoeden 〈 schulden〉; nakomen, vervullen 〈 belofte〉 • herstellen 〈 schade〉

     be good for a laugh • grappig zijn, een lachje waard zijn

3   good breeding • welgemanierdheid

     (in) good faith • (te) goede(r) trouw

     make good one's escape • slagen in een ontsnapping

4   〈 ironisch〉 my good friend • mijn waarde (vriend)

     good humour • opgewektheid

     my good man • mijn beste man; mijn lieve man 〈 verontwaardigd〉

     good nature • goedaardigheid

     put in a good word for, say a good word for • een goed woordje doen voor, aanbevelen

     be good enough (to) • wees zo vriendelijk, gelieve

     be so good as to • wees zo vriendelijk, gelieve

     it's good of you to help him • het is aardig van u om hem te helpen

5   beer is not good for her/her health • bier is niet goed/gezond voor haar

     good buy • koopje, voordeeltje

     through the good offices of • door de goede diensten van, met behulp van

     good afternoon • goedemiddag

     good evening • goedenavond

     good morning • goedemorgen

     good night • goedenacht, welterusten

     have a good time • zich amuseren

     good times • goede/voorspoedige tijden

     feel good • zich lekker voelen; lekker aanvoelen

     it is good to be alive • leve het leven, het leven is verrukkelijk

     keep good • goed/vers blijven

     too good to be true • te mooi om waar te zijn

6   a good excuse • een goed/geldig excuus

     this rule holds good • deze regel is van kracht/geldt (nog)

7   give someone a good beating • iemand een f pak slaag geven

     stand a good chance • een goede kans maken

     a good deal/many • heel wat

     a good hour/ten miles • ruim een uur/tien mijl

     a good while • een hele poos, geruime tijd

¶ 〈 spreekwoord〉 a good tale is none the worse for being told twice • goed nieuws mag best vaak verteld worden

     〈 spreekwoord〉 there is many a good tune played on an old fiddle • iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presteren

     〈 spreekwoord〉 all good things come to an end • aan alle goede dingen komt een einde

     〈 spreekwoord〉 too much of a good thing is good for nothing • te volle maat loopt over

     〈 spreekwoord〉 one good turn deserves another • de ene dienst is de andere waard

     be in someone's good books • bij iemand in een goed blaadje staan

     there's a good boy/girl/fellow • wees nu eens lief, toe nou

     Good Friday • Goede Vrijdag

     good God! • goeie genade!, gossiemijne!

     as good as gold • erg braaf/lief 〈 van kind〉

     have a good head on one's shoulders • een goed verstand hebben

     good heavens! • goeie/lieve hemel!

     neither fish, flesh, nor good red herring • vlees noch vis

     keep good hours • op tijd naar bed gaan

     make someone appear in a good light • iemand in een gunstig daglicht stellen

     good luck • (veel) geluk

     stroke of good luck • buitenkansje

     have a good mind to • veel zin hebben in

     throw good money after bad • goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppen

     in good spirits • opgewekt, blij

     it's a good thing that • het is maar goed dat

     it's a good thing to … • het is verstandig om …

     a good thing too! • maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!

     too much of a good thing • teveel van het goede

     make good time • goed/lekker opschieten

     do someone a good turn • iemand een dienst bewijzen

     good old Harry • (die) goeie ouwe Harry

     as good as • zo goed als, nagenoeg

     be good at • goed/knap zijn in

     be good for £100,000 • 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pond

     be good for another couple of years • nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan

     the good • het goede; de goeden

————————

good³

〈 bijwoord〉〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉

1 goed

♦voorbeelden:

1   she is doing good • ze doet het goed, ze gaat lekker

     things are going good • het gaat goed

¶ good and … • heel erg …

→ give give/, well well/

English-Dutch dictionary > good
10 stock

1.
[stɒk]noun

1) (origin, family, breed) Abstammung, die

be or come of farming/French stock — bäuerlicher/französischer Herkunft sein

2) (supply, store) Vorrat, der; (in shop etc.) Warenbestand, der

our stocks of food/sherry — unsere Lebensmittelvorräte Pl./unser Vorrat an Sherry (Dat.)

be in stock/out of stock — [Ware:] vorrätig/nicht vorrätig sein

have something in stock — etwas auf od. (Kaufmannsspr.) am Lager haben

keep something in stock — etwas führen

take stock — Inventur machen; (fig.) Bilanz ziehen

take stock of something — (fig.) über etwas (Akk.) Bilanz ziehen

take stock of one's situation/prospects — seine Situation/seine Zukunftsaussichten bestimmen

3) (Cookery) Brühe, die

4) (Finance) Wertpapiere Pl.; (shares) Aktien Pl.

somebody's stock is high/low — (fig.) jmds. Aktien stehen gut/schlecht (fig.)

5) (Hort.) Stamm, der; (for grafting) Unterlage, die

6) (handle) Griff, der; (of gun) Schaft, der

7) (Agric.) Vieh, das

8) (raw material) [Roh]material, das

[film] stock — Filmmaterial, das
2. transitive verb
1) (supply with stock) beliefern

stock a pond/river/lake with fish — einen Teich/Fluss/See mit Fischen besetzen

2) (Commerc.): (keep in stock) auf od. (Kaufmannsspr.) am Lager haben; führen
3. attributive adjective
1) (Commerc.) vorrätig

a stock size/model — eine Standardgröße/ein Standardmodell

2) (fig.): (trite, unoriginal) abgedroschen (ugs.)

stock character — Standardrolle, die

Phrasal Verbs:

- academic.ru/92128/stock_up">stock up

* * *
[stok] 1. noun
1) ((often in plural) a store of goods in a shop, warehouse etc: Buy while stocks last!; The tools you require are in / out of stock (= available / not available).) der Vorrat

2) (a supply of something: We bought a large stock of food for the camping trip.) der Vorrat

3) (farm animals: He would like to purchase more (live) stock.) der (Vieh-)Bestand

4) ((often in plural) money lent to the government or to a business company at a fixed interest: government stock; He has $20,000 in stocks and shares.) das Kapital, die Aktie

5) (liquid obtained by boiling meat, bones etc and used for making soup etc.) die Brühe

6) (the handle of a whip, rifle etc.) der Schaft
2. adjective
(common; usual: stock sizes of shoes.) Standard-...
3. verb
1) (to keep a supply of for sale: Does this shop stock writing-paper?) führen

2) (to supply (a shop, farm etc) with goods, animals etc: He cannot afford to stock his farm.) ausstatten

•

- stockist
- stocks
- stockbroker
- stock exchange
- stock market
- stockpile 4. verb
(to accumulate (a supply of this sort).) einen Vorrat anlegen

- stock-still
- stock-taking
- stock up
- take stock
* * *

stock¹

[stɒk, AM stɑ:k]

n

1. no pl FOOD Brühe f, Suppe f ÖSTERR, Bouillon f SCHWEIZ

beef/chicken/vegetable \stock Fleisch-/Hühner-/Gemüsebrühe m, Fleisch-/Hühner-/Gemüsesuppe f ÖSTERR, Fleisch-/Hühner-/Gemüsebouillon f SCHWEIZ

fish \stock Fischfond m

2. (garden flower) Levkoje f

Brompton \stock Brompton Levkoje f

3. (stem of tree) Stamm m; (for grafting) Wildling m, Unterlage f

dwarfing \stock Pfropfunterlage f für einen Zwergbaum

4. (handle) of a tool [Werkzeug]griff m; of a gun Gewehrkolben m, [Gewehr]schaft m

5. (neckwear) steifer Kragen; (for clergy) Halsbinde f

6. ( hist: for punishment)

▪ the \stocks pl der Stock kein pl

7. NAUT (on dry dock)

▪ \stocks pl Baudock nt

stock²

[stɒk, AM stɑ:k]

I. n

1. (reserves) Vorrat m (of an + dat)

a \stock of canned food/oil/wine/wood ein Konserven-/Öl-/Wein-/Holzvorrat m

housing \stock Bestand m an Wohnhäusern

a \stock of data/information ( fig) Daten-/Informationsmaterial nt

a \stock of knowledge ( fig) ein Wissensschatz m

2. no pl (inventory) Bestand m

there has been such a demand for this item that we've run out of \stock die Nachfrage nach diesem Artikel war so groß, dass er uns ausgegangen ist

to be in/out of \stock vorrätig/nicht vorrätig sein

to have sth in \stock etw führen

to take \stock Inventur machen

to take \stock of one's life ( fig) Bilanz aus seinem Leben ziehen

3.

▪ \stocks pl AM (shares in a company) Aktien pl; BRIT (government shares) Staatspapiere pl, Staatsanleihen pl

\stocks and bonds Aktien und Obligationen

\stock and shares Wertpapiere pl, Börsenpapiere pl, Effekten pl

long-dated/short-dated \stocks langfristige/kurzfristige Staatsanleihen

4. no pl (money invested in government) Anleiheschuld f des Staates

5. no pl (capital from shares) Grundkapital nt (einer AG)

6. no pl (livestock) Viehbestand m

7. no pl (line of descent) Abstammung f, Herkunft f; (breeding line) of animals Stammbaum

she's of noble/peasant \stock sie stammt aus einer Adels-/Bauernfamilie

8. no pl ( fig: popularity) Popularität f

the Chancellor's \stock was pretty low der Kanzler schnitt bei den Meinungsumfragen ziemlich schlecht ab

9. no pl (undealt cards) Stoß m

10.

▶ to put \stock in sth viel auf etw akk geben

▶ to not take \stock in sth etw dat keinen Glauben schenken

▶ to be on the \stocks (in construction) in Bau sein; (in preparation) in Arbeit sein

II. adj attr, inv

1. (in inventory) Lager-, Vorrats-

2. (standard) Standard-

\stock phrase Standardsatz m

\stock response Standardantwort f, stereotype Antwort

III. vt

1. (keep in supply)

▪ to \stock sth etw führen [o vorrätig haben

2. (fill up)

▪ to \stock sth etw füllen

his wine cellar is well-\stocked sein Weinkeller ist gut gefüllt

▪ to \stock sth with sth (fill with) etw mit etw dat bestücken; (equip with) library, school etw mit etw dat ausstatten

he \stocked his pond with trout er setzte Forellen in seinen Teich

to \stock a farm eine Farm mit einem Viehbestand versehen

to \stock a pond/river einen Teich/Fluss [mit Fischen] besetzen

to \stock the shelves die Regale auffüllen

3. (supply goods to)

▪ to \stock sb/sth jdn/etw beliefern

* * *
[stɒk]
1. n

1) (= supply) Vorrat m (of an +dat); (COMM) Bestand m (of an +dat)

stock of knowledge stock of information to lay in a stock of wood/candles etc — Wissensschatz m Informationsmaterial nt sich (dat) einen Holz-/Kerzenvorrat etc anlegen

to have sth in stock — etw vorrätig haben

to be in stock/out of stock — vorrätig/nicht vorrätig sein

to keep sth in stock — etw auf Vorrat haben

to get sth from stock — etw vom Lager holen

to take stock (Comm) — Inventur machen; (fig) Bilanz ziehen

to take stock of sb — jdn abschätzen

to take stock of sth (of situation, prospects) — sich (dat) klar werden über etw (acc); of one's life Bilanz aus etw ziehen

surplus stock — Überschuss m

the stock was auctioned — die Bestände wurden versteigert

2) (= livestock) Viehbestand m

some good stock — schönes Vieh

3) (COOK) Brühe f

4) (FIN: capital raised by company) Aktienkapital nt; (= shares held by investor) Anteil m; (= government stock) Staatsanleihe f

to have or hold stock in oil companies — Ölaktien haben

stocks and shares — (Aktien und) Wertpapiere pl, Effekten pl

5) (HORT of tree, plant) Stamm m; (of vine, rose) Stock m; (for grafting onto) Wildling m, Unterlage f; (for supplying grafts) das Edelreis liefernde Pflanze

6) (BOT) Levkoje f

7) (= tribe, race etc) Stamm m; (= descent) Abstammung f, Herkunft f; (LING) (Sprach)familie f, (Sprach)gruppe f

to be or come of good stock — guter Herkunft sein

to be from good farming stock — aus einer alten Bauernfamilie stammen

8) (= handle) Griff m; (of rifle) Schaft m

9)

to be on the stocks (ship) — im Bau sein; (book etc) in Arbeit sein

10) pl (HIST for punishment) Stock m

11) (= neckcloth) Halsbinde f

12) (RAIL) rollendes Material

13) (US THEAT)

to play in summer stock — bei den Sommeraufführungen mitwirken

this play is in their stock — dieses Stück gehört zu ihrem Repertoire

2. adj attr (COMM fig)
Standard-
stock size — Standardgröße f

stock response — Standardantwort f

3. vt

1) (shop etc) goods führen

2) (= provide with stock) cupboard füllen; shop, library ausstatten; pond, river (mit Fischen) besetzen; farm mit einem Viehbestand versehen

* * *

stock [stɒk; US stɑk]

A s

1. (Baum-, Pflanzen) Strunk m

2. fig Klotz m (steifer Mensch)

3. BOT Levkoje f

4. BOT Wurzelstock m

5. AGR (Pfropf-) Unterlage f

6. (Peitschen-, Werkzeug- etc) Griff m

7. MIL

a) (Gewehr) Schaft m

b) (MG-) Schulterstütze f

c) (Lafetten) Balken m

8. TECH

a) Unterlage f, Block m

b) (Amboss) Klotz m

c) Kluppe f, Schneideisenhalter m

d) (Hobel) Kasten m

9. AGR (Pflug) Stock m

10. pl HIST Stock m (Strafmittel)

11. pl SCHIFF Helling f, Stapel m:

be off the stocks

a) vom Stapel (gelaufen) sein,

b) fig fertig oder vollendet sein;

have sth on the stocks fig etwas in Arbeit haben;

be on the stocks fig im Werden sein

12. TECH (Grund-, Werk) Stoff m, (Verarbeitungs) Material n, (Füll- etc) Gut n

13. (Fleisch-, Gemüse) Brühe f (als Suppengrundlage)

14. a) besonders HIST steifer Kragen

b) besonders MIL Halsbinde f

15. (Bienen) Stock m

16. BIOL

a) Urtyp m

b) Rasse f

17. a) Rasse f, (Menschen)Schlag m

b) Familie f, Her-, Abkunft f

18. LING

a) Sprachstamm m

b) Sprachengruppe f

19. a) allg Vorrat m, Bestand m ( beide:

of an dat)

b) WIRTSCH (Waren)Lager n, Inventar n:

stock (on hand) Warenbestand;

in (out of) stock (nicht) vorrätig oder auf Lager;

take stock Inventur machen, a. fig (eine) Bestandsaufnahme machen, fig Bilanz ziehen;

take stock of fig sich klar werden über (akk), jemanden od etwas abschätzen; → last² A 5

20. WIRTSCH Ware(n) f(pl)

21. fig (Wissens- etc) Schatz m

22. a) Vieh(bestand) n(m), lebendes Inventar

b) auch dead stock totes Inventar, Material n: → fat A 1, rolling stock

23. WIRTSCH

a) Anleihekapital n

b) Wertpapiere pl (über Anleihekapital)

24. WIRTSCH

a) Grundkapital n

b) Aktienkapital n

c) Geschäftsanteil m

25. WIRTSCH

a) besonders US Aktie(n) f(pl)

b) pl Aktien pl

c) pl Effekten pl, Wertpapiere pl:

hold stocks in a company Aktionär(in) einer Gesellschaft sein;

his stock has gone up seine Aktien sind gestiegen (a. fig)

26. WIRTSCH

a) Schuldverschreibung f

b) pl Br Staatspapiere pl

27. THEAT

a) Repertoire n

b) US Repertoiretheater n

28. US → stock car

B adj

1. stets vorrätig, Lager…, Serien…:

stock model Serienmodell n;

stock size Standardgröße f

2. Lager…:

stock clerk Lagerverwalter(in), Lagerist(in)

3. fig stehend, stereotyp, pej abgedroschen (Phrasen)

4. Vieh(zucht)…, Zucht…:

stock farm Viehfarm f;

stock mare Zuchtstute f

5. WIRTSCH besonders US Aktien…

6. THEAT Repertoire…:

stock play

C v/t

1. ausstatten, versorgen, -sehen ( alle:

with mit)

2. auch stock up auf Lager legen oder haben, einen Vorrat halten von, (auf)speichern

3. WIRTSCH Ware vorrätig haben, führen:

be well stocked with gut sortiert sein in (dat)

4. AGR

a) eine Farm ( besonders mit Vieh) ausstatten

b) auch stock down Land ( besonders mit Gras) bepflanzen:

stock a stream with trout einen Bach mit Forellen besetzen

5. ein Gewehr, Werkzeug etc schäften

6. HIST jemanden in den Stock legen (als Bestrafung)

D v/i oft stock up sich eindecken (on mit)

stk abk WIRTSCH stock

* * *
1.
[stɒk]noun

1) (origin, family, breed) Abstammung, die

be or come of farming/French stock — bäuerlicher/französischer Herkunft sein

2) (supply, store) Vorrat, der; (in shop etc.) Warenbestand, der

our stocks of food/sherry — unsere Lebensmittelvorräte Pl./unser Vorrat an Sherry (Dat.)

be in stock/out of stock — [Ware:] vorrätig/nicht vorrätig sein

have something in stock — etwas auf od. (Kaufmannsspr.) am Lager haben

keep something in stock — etwas führen

take stock — Inventur machen; (fig.) Bilanz ziehen

take stock of something — (fig.) über etwas (Akk.) Bilanz ziehen

take stock of one's situation/prospects — seine Situation/seine Zukunftsaussichten bestimmen

3) (Cookery) Brühe, die

4) (Finance) Wertpapiere Pl.; (shares) Aktien Pl.

somebody's stock is high/low — (fig.) jmds. Aktien stehen gut/schlecht (fig.)

5) (Hort.) Stamm, der; (for grafting) Unterlage, die

6) (handle) Griff, der; (of gun) Schaft, der

7) (Agric.) Vieh, das

8) (raw material) [Roh]material, das

[film] stock — Filmmaterial, das
2. transitive verb
1) (supply with stock) beliefern

stock a pond/river/lake with fish — einen Teich/Fluss/See mit Fischen besetzen

2) (Commerc.): (keep in stock) auf od. (Kaufmannsspr.) am Lager haben; führen
3. attributive adjective
1) (Commerc.) vorrätig

a stock size/model — eine Standardgröße/ein Standardmodell

2) (fig.): (trite, unoriginal) abgedroschen (ugs.)

stock character — Standardrolle, die

Phrasal Verbs:

- stock up

* * *

n.

Inventar -e n.

Lager -- n.

Lagerbestand m.

Vorrat -¨e m.

English-german dictionary > stock
11 stock

stok
1. noun
1) ((often in plural) a store of goods in a shop, warehouse etc: Buy while stocks last!; The tools you require are in / out of stock (= available / not available).) existencias, stock

2) (a supply of something: We bought a large stock of food for the camping trip.) reserva, provisión

3) (farm animals: He would like to purchase more (live) stock.) ganado

4) ((often in plural) money lent to the government or to a business company at a fixed interest: government stock; He has $20,000 in stocks and shares.) acciones, valores

5) (liquid obtained by boiling meat, bones etc and used for making soup etc.) caldo

6) (the handle of a whip, rifle etc.) culata

2. adjective
(common; usual: stock sizes of shoes.) corriente, normal, de serie

3. verb
1) (to keep a supply of for sale: Does this shop stock writing-paper?) tener en stock, vender

2) (to supply (a shop, farm etc) with goods, animals etc: He cannot afford to stock his farm.) abastecer

•

- stockist
- stocks
- stockbroker
- stock exchange
- stock market
- stockpile
4. verb
(to accumulate (a supply of this sort).) acumular, almacenar

- stock-still
- stock-taking
- stock up
- take stock

stock¹ n existencias

we have a large stock of wine tenemos amplias existencias de vino

in stock en existencia

we don't have that size in stock no tenemos esa talla en existencia

out of stock agotado

I'm afraid that colour is out of stock lo siento, pero ese color está agotado

stock² vb vender / tener

they don't stock that brand no venden esa marca

stock m (pl stocks) stock ' stock' also found in these entries: Spanish: abastecerse - acopiar - acopio - alhelí - bajar - balance - bolsa - bursátil - caldo - estirpe - existencia - existente - extracción - hazmerreír - inversión - participación - repostar - reserva - trabajar - abastecer - acción - aprovisionar - cepa - cuadrar - cubo - inventario - poblar - surtir - tronco English: AMEX - bundle - collapse - concise - exercise - gain - in - laughing stock - list - market - NYSE - packet - preferred stock - quote - rolling stock - stock - stock car - stock car-racing - stock exchange - stock market - stock up - stock-cube - broker - carry - clearance - deplete - float - joint - replenish - reserve - run - sell - store - supply - surplus - trading - turn - yard

stock

tr[stɒk]

noun

1 (supply) reserva

■ coal stocks reservas de carbón

■ they laid in stocks of food for the winter se abastecieron de provisiones para el invierno

2 SMALLCOMMERCE/SMALL (goods) existencias nombre femenino plural, stock nombre masculino; (variety) surtido

■ we're getting our new stock in next week tendremos el nuevo stock la semana que viene

■ we're selling off the old stock estamos liquidando el stock antiguo

3 SMALLFINANCE/SMALL (company's capital) capital nombre masculino social

4 SMALLAGRICULTURE/SMALL (livestock) ganado

5 SMALLCOOKERY/SMALL (broth) caldo

6 SMALLBOTANY/SMALL (flower) alhelí nombre masculino

7 (trunk, main part of tree) tronco; (of vine) cepa

8 (plant from which cuttings are grown) planta madre; (stem onto which another plant is grafted) patrón nombre masculino

9 (descent - of person) linaje nombre masculino, estirpe nombre masculino; (- of animal) raza

10 formal use (standing, status) prestigio; (popularity) popularidad nombre femenino

11 (of gun) culata; (of tool, whip, fishing rod) mango

adjective

1 SMALLCOMMERCE/SMALL (goods, size) corriente, normal, de serie, estándar

2 pejorative (excuse, argument, response) de siempre, típico,-a, de costumbre; (greeting, speech) consabido,-a; (phrase, theme) trillado,-a, gastado,-a, muy visto,-a

transitive verb

1 SMALLCOMMERCE/SMALL (keep supplies of) tener en stock; (sell) vender

■ we stock all sizes tenemos todas las tallas

■ do you stock textbooks? ¿venden libros de texto?

2 (provide with a supply) abastecer de, surtir de, proveer de; (fill - larder etc) llenar ( with, de); (- lake, pond) poblar

■ the shop is well-stocked with exotic food la tienda tiene un buen surtido de comida exótica

■ we're well stocked up with tinned food tenemos más que suficientes latas de comida

■ he stocks shelves at the supermarket llena los estantes en el supermercado

■ a well-stocked larder una despensa llena

plural noun stocks

1 SMALLFINANCE/SMALL (shares) acciones nombre femenino plural, valores nombre masculino plural

\

SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALL

to be out of stock estar agotado,-a

to have something in stock tener algo en stock, tener algo en existencias

to take stock SMALLCOMMERCE/SMALL hacer el inventario

to take stock of something figurative use evaluar algo, hacer balance de algo

government stock papel de estado

stock certificate SMALLAMERICAN ENGLISH/SMALL título de acciones

stock company SMALLTHEATRE/SMALL compañía de repertorio 2 SMALLAMERICAN ENGLISH/SMALL sociedad nombre femenino anónima

stock cube pastilla de caldo

stock exchange bolsa

stock market bolsa, mercado bursátil

stock ['stɑk] vt

: surtir, abastecer, vender

stock vi

to stock up : abastecerse

stock n

1) supply: reserva f, existencias fpl (en comercio)

to be out of stock: estar agotadas las existencias

2) securities: acciones fpl, valores mpl

3) livestock: ganado m

4) ancestry: linaje m, estirpe f

5) broth: caldo m

6)

to take stock : evaluar

stock

n.

• cepa s.f.

• enseres s.m.pl.

• estirpe s.f.

• existencias s.f.pl.

• ganado s.m.

• provisión s.f.

• renta s.f.

• repuesto s.m.

• retén s.m.

• surtido s.m.

v.

• abastecer v.

• acopiar v.

• almacenar v.

• poblar v.

• proveer v.

• surtir v.

I stɑːk, stɒk
noun

1)

a) ( supply) (often pl) reserva f

we need to get some stocks in — necesitamos abastecernos or aprovisionarnos

b) u (of shop, business) existencias fpl, estoc m, stock m

to have something in stock — tener* algo en estoc or en existencias

we're out of stock of green ones — no nos quedan verdes, las verdes se han agotado or están agotadas

to take stock of something — hacer* un balance de algo, evaluar* algo

2) ( Fin)

a) u ( shares) acciones fpl, valores mpl; ( government securities) bonos mpl or papel m del Estado

I have some stock in that company — tengo algunas acciones en esa compañía

b)

stocks and bonds o (BrE) stocks and shares — acciones fpl; ( including government securities) acciones fpl y bonos mpl del Estado

3) u ( livestock) ganado m; (before n)

stock farmer — ganadero, -ra m,f

stock farming — ganadería f, cría f de ganado

4) u ( descent) linaje m, estirpe f

I'm of pioneer stock — soy descendiente de pioneros

to come of good stock — ser* de buena familia

5) c ( of gun) culata f

6) u ( Culin) caldo m

7) c (plant, flower) alhelí m

8) stocks pl ( Hist)

the stocks — el cepo

9) u (AmE Theat) (no art) repertorio m; (before n) <play, company> de repertorio

II

transitive verb

1) ( Busn) vender

2) ( fill) \<\<store\>\> surtir, abastecer*; \<\<larder\>\> llenar

to stock (up) the freezer — llenar el congelador

to stock a lake with fish — poblar* un lago de peces

•

Phrasal Verbs:

- stock up

III

adjective (before n)

a) < size> estándar adj inv; < model> de serie, estándar adj inv

b) < response> típico; < character> típico

a stock phrase — un cliché, una frase hecha

[stɒk]
1. N

1) (Comm) existencias fpl

offer valid while stocks last — oferta válida hasta que se agoten las existencias

he sold his father's entire stock of cloth — vendió todas las existencias de telas que tenía su padre

• to have sth in stock — tener algo en existencia

check that your size is in stock — compruebe que tengan su talla

• to be out of stock — estar agotado

camping-gas stoves are out of stock — se han agotado las cocinillas de gas

• to take stock — (=make inventory) hacer el inventario; (fig) evaluar la situación

to take stock of — [+ situation, prospects] evaluar; [+ person] formarse una opinión sobre

2) (=supply) reserva f

stocks of ammunition — reservas de municiones

• fish/coal stocks are low — las reservas de peces/carbón escasean

stocks of food were running low — se estaban agotando las provisiones de alimentos

• to get in or lay in a stock of sth — abastecerse de algo

• I always keep a stock of tinned food — siempre estoy bien abastecido de latas de comida
housing
3) (=selection) surtido m

• luckily he had a good stock of books — por suerte tenía un buen surtido de libros

• we have a large stock of sportswear — tenemos un amplio surtido de ropa deportiva

4) (Theat)

stock of plays — repertorio m de obras

5) (Econ) (=capital) capital m social, capital m en acciones; (=shares) acciones fpl ; (=government securities) bonos mpl del estado

stocks and shares — acciones fpl

6) (=status) prestigio m

• his stock has gone up or risen (with the public) — ha ganado prestigio (entre el público)
laughing
7) (Agr) (=livestock) ganado m

• breeding stock — ganado de cría

8) (=descent)

people of Mediterranean stock — gentes fpl de ascendencia mediterránea

to be of peasant stock — ser de ascendencia campesina

• to be or come of good stock — ser de buena cepa

9) (Culin) caldo m

• beef/ chicken stock — caldo de vaca/pollo

10) (Rail) (also: rolling stock) material m rodante

11) (=handle) (gen) mango m ; [of gun, rifle] culata f

12) (Bot)

a) (=flower) alhelí m

b) (=stem, trunk) [of tree] tronco m ; [of vine] cepa f ; (=source of cuttings) planta f madre; (=plant grafted onto) patrón m

13) stocks

a)

the stocks — (Hist) el cepo

b) (Naut) astillero m, grada f de construcción

• to be on the stocks — [ship] estar en vías de construcción; (fig) [piece of work] estar en preparación

he has three plays on the stocks — tiene tres obras entre manos

14) (=tie) fular m

2. VT

1) (=sell) [+ goods] vender

do you stock light bulbs? — ¿vende usted bombillas?

• we don't stock that brand — no vendemos esa marca

• we stock a wide range of bicycles — tenemos un gran surtido de bicicletas

2) (=fill) [+ shop] surtir, abastecer ( with de); [+ shelves] reponer; [+ library] surtir, abastecer ( with de); [+ farm] abastecer ( with con); [+ freezer, cupboard] llenar ( with de); [+ lake, river] poblar ( with de)

• a well stocked shop/library — una tienda/biblioteca bien surtida

• the lake is stocked with trout — han poblado el lago de truchas

3. ADJ

1) (Comm) [goods, model] de serie, estándar

stock line — línea f estándar

stock size — tamaño m estándar

2) (=standard, hackneyed) [argument, joke, response] típico

"mind your own business" is her stock response to such questions — -no es asunto tuyo, es la respuesta típica que da a esas preguntas

• a stock phrase — una frase hecha

3) (Theat) [play] de repertorio

4) (Agr) (for breeding) de cría

stock mare — yegua f de cría

4.

CPD

stock book N — libro m de almacén, libro m existencias

stock car N — (US) (Rail) vagón m para el ganado; (Aut, Sport) stock-car m
stock-car racing
stock certificate N — certificado m or título m de acciones

stock company N — sociedad f anónima, sociedad f de acciones

stock control N — control m de existencias

stock cube N — (Culin) pastilla f or cubito m de caldo

stock dividend N — dividendo m en acciones

Stock Exchange N — (Econ) Bolsa f

to be on the Stock Exchange — [listed company] ser cotizado en bolsa

prices on the Stock Exchange, Stock Exchange prices — cotizaciones fpl en bolsa

stock farm N — granja f para la cría de ganado

stock farmer N — ganadero(-a) m / f

stock index N — índice m bursátil

stock list N — (Econ) lista f de valores y acciones; (Comm) lista f or inventario m de existencias

stock management N — gestión f de existencias

stock market N — (Econ) bolsa f, mercado m bursátil

stock market activity — actividad f bursátil

stock option (US) N — stock option f, opción f sobre acciones

stock option plan N — plan que permite que los ejecutivos de una empresa compren acciones de la misma a un precio especial

stock raising N — ganadería f
joint 4.
- stock up

* * *

I [stɑːk, stɒk]
noun

1)

a) ( supply) (often pl) reserva f

we need to get some stocks in — necesitamos abastecernos or aprovisionarnos

b) u (of shop, business) existencias fpl, estoc m, stock m

to have something in stock — tener* algo en estoc or en existencias

we're out of stock of green ones — no nos quedan verdes, las verdes se han agotado or están agotadas

to take stock of something — hacer* un balance de algo, evaluar* algo

2) ( Fin)

a) u ( shares) acciones fpl, valores mpl; ( government securities) bonos mpl or papel m del Estado

I have some stock in that company — tengo algunas acciones en esa compañía

b)

stocks and bonds o (BrE) stocks and shares — acciones fpl; ( including government securities) acciones fpl y bonos mpl del Estado

3) u ( livestock) ganado m; (before n)

stock farmer — ganadero, -ra m,f

stock farming — ganadería f, cría f de ganado

4) u ( descent) linaje m, estirpe f

I'm of pioneer stock — soy descendiente de pioneros

to come of good stock — ser* de buena familia

5) c ( of gun) culata f

6) u ( Culin) caldo m

7) c (plant, flower) alhelí m

8) stocks pl ( Hist)

the stocks — el cepo

9) u (AmE Theat) (no art) repertorio m; (before n) <play, company> de repertorio

II

transitive verb

1) ( Busn) vender

2) ( fill) \<\<store\>\> surtir, abastecer*; \<\<larder\>\> llenar

to stock (up) the freezer — llenar el congelador

to stock a lake with fish — poblar* un lago de peces

•

Phrasal Verbs:

- stock up

III

adjective (before n)

a) < size> estándar adj inv; < model> de serie, estándar adj inv

b) < response> típico; < character> típico

a stock phrase — un cliché, una frase hecha

English-spanish dictionary > stock
12 stock

stock

1. stock [stɒk, Am stɑ:k] n

1) no pl food Brühe f;

beef/ chicken/vegetable \stock Fleisch-/Hühner-/Gemüsebrühe m;

fish \stock Fischfond m

2) ( garden flower) Levkoje f;

Brompton \stock Brompton Levkoje f

3) ( stem of tree) Stamm m; ( for grafting) Wildling m, Unterlage f;

dwarfing \stock Pfropfunterlage f für einen Zwergbaum

4) ( handle) of a tool [Werkzeug]griff m; of a gun Gewehrkolben m, [Gewehr]schaft m

5) ( neckwear) steifer Kragen;

( for clergy) Halsbinde f

6) (hist: for punishment)

the \stocks pl der Stock kein pl

7) naut ( on dry dock)

\stocks pl Baudock nt

2. stock [stɒk, Am stɑ:k] n

1) ( reserves) Vorrat m (of an +dat);

a \stock of canned food/ oil/ wine/ wood ein Konserven-/Öl-/Wein-/Holzvorrat m;

housing \stock Bestand m an Wohnhäusern;

a \stock of data/ information ( fig) Daten-/Informationsmaterial nt;

a \stock of knowledge ( fig) ein Wissensschatz m

2) no pl ( inventory) Bestand m;

there has been such a demand for this item that we've run out of \stock die Nachfrage nach diesem Artikel war so groß, dass er uns ausgegangen ist;

to be in/out of \stock vorrätig/nicht vorrätig sein;

to have sth in \stock etw führen;

to take \stock Inventur machen;

to take \stock of one's life ( fig) Bilanz aus seinem Leben ziehen

3) \stocks pl (Am) ( shares in a company) Aktien fpl; ( Brit) ( government shares) Staatspapiere ntpl, Staatsanleihen fpl;

\stocks and bonds Aktien fpl und Obligationen fpl;

\stock and shares Wertpapiere ntpl, Börsenpapiere ntpl, Effekten pl

4) no pl ( money invested in government) Anleiheschuld f des Staates

5) no pl ( capital from shares) Grundkapital nt (einer AG)

6) no pl ( livestock) Viehbestand m

7) no pl ( line of descent) Abstammung f, Herkunft f ( breeding line) of animals Stammbaum;

she's of noble/peasant \stock sie stammt aus einer Adels-/Bauernfamilie

8) no pl

(fig: popularity) Popularität f;

the Chancellor's \stock was pretty low der Kanzler schnitt bei den Meinungsumfragen ziemlich schlecht ab

9) no pl ( undealt cards) Stoß m

PHRASES:

to put \stock in sth viel auf etw akk geben;

to not take \stock in sth etw dat keinen Glauben schenken;

to be on the \stocks ( in construction) in Bau sein;

( in preparation) in Arbeit sein adj

attr, inv

1) ( in inventory) Lager-, Vorrats-

2) ( standard) Standard-;

\stock phrase Standardsatz m;

\stock response Standardantwort f, stereotype Antwort vt

1) ( keep in supply)

to \stock sth etw führen [o vorrätig haben];

2) ( fill up)

to \stock sth etw füllen;

his wine cellar is well-\stocked sein Weinkeller ist gut gefüllt;

to \stock sth with sth ( fill with) etw mit etw dat bestücken;

( equip with) library, school etw mit etw dat ausstatten;

he \stocked his pond with trout er setzte Forellen in seinen Teich;

to \stock a farm eine Farm mit einem Viehbestand versehen;

to \stock a pond/ river einen Teich/Fluss [mit Fischen] besetzen;

to \stock the shelves die Regale auffüllen

3) ( supply goods to)

to \stock sb/ sth jdn/etw beliefern

English-German students dictionary > stock
13 ♦ fish

♦ fish (1) /fɪʃ/
n.

1 [cu] (pl. fish, fishes) pesce: an exotic fish, un pesce esotico; a shoal of fish, un banco di pesci; I don't like fish, non mi piace il pesce; to catch a fish, prendere un pesce; fresh fish, pesce fresco; freshwater fish, pesci d'acqua dolce; marine fish, pesce di mare

2 (fam.) individuo, tipo; merlo, pollo (fig.): He's an odd fish, è un tipo strano

3 ( slang USA) dollaro

4 ( slang USA) (nuovo) carcerato

5 (al pl.) (astron., astrol.) the Fishes, i Pesci ( costellazione e XII segno dello zodiaco)

● fish-and-chip shop, friggitoria di pesce e patatine □ fish bar, tavola calda che vende pesce fritto ( ma anche pollo fritto, ecc.) □ fish bone, lisca; spina (di pesce) □ fish breeding, piscicoltura □ fish carver, coltello grande da pesce □ fish culture, piscicoltura □ (spreg. USA) fish eater, cattolico □ fish-eye, (tecn.) occhio di pesce; (fam.) occhiata malevola; sguardo sospettoso □ (fotogr.) fish-eye lens, obiettivo ultragrandangolare □ fish farm, allevamento di pesci; vivaio □ fish farmer, piscicoltore □ fish farming, piscicoltura □ (alim.) fish finger, bastoncino di pesce □ fish, flesh and fowl, pesce, carne e pollame □ fish flour, farina di pesce □ fish glue, colla di pesce □ fish-hook, amo □ ( cucina) fish kettle, pesciaiola; pesciera □ (mecc.) fish joint, giunto a ganasce □ fish knife, coltello da pesce □ fish ladder, scala di monta ( per salmoni, ecc.) □ fish market, mercato del pesce □ fish meal, farina di pesce □ fish pond, stagno (o vasca) dei pesci; peschiera; (scherz.) il mare □ fish pot, nassa □ ( cucina) fish slice, paletta per il pesce □ (zool.) fish-sound, vescica natatoria □ ( USA) fish stick = fish finger ► sopra □ (fam. USA) fish story (o fish tale), grossa balla; enorme bugia □ (naut.) fish tackle, pescatore ( grosso gancio) □ ( anche metall.) fish tail, coda di pesce □ fish-tail, a coda di pesce: (tecn.) fish-tail burner, becco a coda di pesce □ fish tank, pesciera; acquario □ to drink like a fish, bere come una spugna □ (fig.) to have other fish to fry, avere cose più importanti da fare; avere altro a cui badare □ like a fish out of water, come un pesce fuor d'acqua □ neither fish nor fowl ( nor good red herring), né carne né pesce.
fish (2) /fɪʃ/
n.

(naut.) lapazza.
(to) fish (1) /fɪʃ/
A v. i.

1 pescare: to fish in the Atlantic, pescare nell'Atlantico; to fish for salmon, pescare il salmone; to fish for a living, guadagnarsi da vivere con la pesca; to go fishing, andare a pesca

2 – to fish for, cercare ( d'ottenere); sollecitare: to fish for compliments, sollecitare (o andare in cerca di) complimenti; to fish for information, cercare informazioni

B v. t.

pescare in: to fish a river, pescare in un fiume

● (fig.) to fish in troubled waters, pescare nel torbido □ ( slang USA) Fish or cut bait!, datti da fare, o molla tutto!
(to) fish (2) /fɪʃ/
v. t.

1 (naut.) lapazzare

2 (naut.) traversare ( l'ancora)

3 (mecc.) rinforzare (o unire) con un giunto a ganasce.

English-Italian dictionary > ♦ fish
14 ♦ horse

♦ horse /hɔ:s/
A n.

1 (zool., Equus caballus) cavallo: to ride a horse, andare a cavallo; to mount a horse, montare un cavallo

2 cavalletto; sostegno; trespolo: clothes-horse, cavalletto (per stendervi panni); stenditoio; ( slang USA) manichino ( persona molto ricercata nel vestire)

3 (geol.) scaglia tettonica

4 (geol.) ► horseback, A, def. 2

5 [u] (mil., collett.) cavalleria: horse and foot, cavalleria e fanteria; light horse, cavalleria leggera; cavalleggeri (collett.)

6 ( ginnastica) cavallo

7 ( scacchi) cavallo ( più com. knight)

8 (fam. USA) bigino; traduttore

9 [u] ( slang) eroina ( droga)

10 (pl.) (fam. USA) cavalli (vapore)

B a. attr.

1 equino; cavallino; degli equidi: (zool.) the horse family, la famiglia degli equidi; (vet.) horse-pox, vaiolo equino

2 di cavallo: (med.) horse serum, siero di cavallo

3 ( sport) ippico: horse show, concorso ippico

● (fam. USA) horse-and-buggy, del tempo delle carrozze; (fig.) antiquato □ (mil.) horse artillery, artiglieria ippotrainata □ horse blanket, coperta da cavallo □ (bot.) horse bean ( Vicia faba equina), fava cavallina □ horse block, montatoio ( per montare a cavallo) □ horse breaker, domatore di cavalli; scozzone □ horse breeder, allevatore di cavalli □ horse-breeding farm, allevamento di cavalli ( la fattoria) □ (bot.) horse chestnut ( Aesculus hippocastanum), ippocastano; castagno (o castagna) d'India □ horse cloth, gualdrappa; groppiera □ (fam.) horse doctor, veterinario □ horse-drawn, ( di un carro, ecc.) a cavalli; (mil.) ippotrainato □ horses for courses, ( di persone) chi fa che cosa, chi è adatto a fare cosa; ( di cose) che cosa è più adatto allo scopo: There are no good or bad systems here: it is just a matter of horses for courses, qui non si tratta di decidere se un sistema è buono o cattivo, ma se è più o meno adatto allo scopo □ (mil.) the Horse Guards, le Guardie a Cavallo □ (equit.) horse jumping, corse a ostacoli □ horse laugh, risata fragorosa (o sguaiata); riso sgangherato □ (zool.) horse mackerel, ( Thunnus thunnus) tonno; ( Trachurus trachurus) scombro bastardo □ horse marines, personaggi inesistenti, pesci fuor d'acqua: Tell it to the horse marines, vallo a raccontare a qualcun altro (fam.: a tua nonna) □ horse-mastership, arte di cavallerizzo □ horse meat, carne equina □ (fam.) horse's neck, bevanda di brandy e gassosa allo zenzero □ (fig.) a horse of another (o of a different) colour, un'altra cosa; tutt'altra faccenda; un altro paio di maniche □ ( slang USA) horse opera, film (o commedia) western □ (equit.) horse people, coloro che amano (o praticano, ecc.) i cavalli □ horse pistol, pistola da sella □ horse-pond, pozza per abbeverarvi cavalli □ ( sport) horse race, corsa di cavalli; gara ippica □ horse racing, ippica; le corse dei cavalli □ horse racing pools, il Totip □ ( sport) horse riding, equitazione □ (fam.) horse sense, buonsenso □ horse-shoer, maniscalco □ horse show, mostra equina; ( sport) concorso ippico □ horse slaughterer, macellatore di cavalli □ horse supplies, articoli per cavalli; selle e finimenti □ horse trade, commercio di cavalli; (fig.) mercato delle vacche (fig.); trattativa con reciproche concessioni □ horse trader, commerciante di cavalli, cavallaio; (fig.) chi conduce trattative astute □ horse trading = horse trade ► sopra □ (autom. USA) horse trailer, trailer; rimorchio per il trasporto di cavalli □ horse trainer, addestratore di cavalli da corsa □ (stor.) horse tram, tram a cavalli □ ( sport) horse trials, gare di dressage, cross e salto a ostacoli; completo □ ( anche fig.) to back the wrong horse, puntare sul cavallo perdente □ (fig.) to change (o to switch) horses in mid-stream, cambiare cavallo in corsa □ (fam.) to come off one's high horse, scendere dal piedistallo; smettere di darsi delle arie □ to eat like a horse, mangiare come un lupo □ ( straight) from the horse's mouth, direttamente dall'interessato; alla fonte: I got the news from the horse's mouth, ho avuto la notizia direttamente dall'interessato □ (fam.) to get off one's high horse = to come off one's high horse ► sopra □ (fam.) to get on one's high horse, salire (o montare) in cattedra; far cadere le cose dall'alto □ (fig.) to hold one's horses, frenare la propria impazienza □ to play the horses, puntare sui cavalli; giocare alle corse □ (fig.) to ride two horses, tenere il piede in due staffe □ to work like a horse, lavorare come un mulo □ (mil.) To horse!, a cavallo! □ (prov.) You can lead (o take) a horse to water, but you can't make him drink, si può offrire un'opportunità a qualcuno, ma poi dipende da lui saperla cogliere
(to) horse /hɔ:s/
A v. t.

1 provvedere (q. ) di cavallo

2 attaccare i cavalli a ( una carrozza)

3 portare (q. ) a cavalluccio

4 ( di uno stallone) montare ( una cavalla)

B v. i.

andare (o montare) a cavallo; cavalcare

● (fam.) to horse around (o about), giocare in modo sfrenato (o pericoloso).

English-Italian dictionary > ♦ horse
15 hatch

люк имя существительное:
люк (hatch, manhole, hatchway, trapdoor, trap, scuttle)

штриховка (hatching, hatch)

штрих (stroke, touch, hatch, dash, line, trait)

выводок (brood, litter, hatch, clutch, covey, aerie)

шлюз (gateway, lock, sluice, gate, floodgate, hatch)

затвор (gate, shutter, bolt, plug, lock, hatch)

крышка люка (hatch)

решетка (lattice, grille, grating, grill, grid, hatch)

шлюзовая камера (hatch, lock-chamber)

запруда (dam, pond, weir, bay, barrage, hatch)

лючина (hatch)

выведение (breeding, inference, deduction, raising, nurture, hatch)

выгравированная линия (hatch)
глагол:
вылупиться (hatch)

выводить (deduce, derive, conclude, show, lead out, hatch)

выводиться (hatch)

вылупляться (hatch)

штриховать (hatch, shade, stroke, hachure)

высиживать птенцов (hatch)

вылупляться из яйца (hatch, hatch out)

вынашивать (bear, nurture, gestate, hatch, incubate, brood)

гравировать (engrave, etch, chase, carve, enchase, hatch)

насиживать (hatch)

выводить искусственно (hatch)

рождаться (hatch, fall)

замышлять (scheme, compass, hatch, meditate, concoct, design)

обдумывать (think, ponder, consider, think over, Mull, hatch)

Англо-русский синонимический словарь > hatch
16 nursery

питомник имя существительное:
питомник (nursery, farm, seminary, seed plot, nursery-garden)

детская (nursery, playroom)

ясли (nursery, manger, crib)

детская комната (nursery)

рассадник (hotbed, nursery, breeding ground, seminary, seed plot, spawn)

инкубатор (incubator, nursery, hatcher, rearer)

садок (cage, pond, fishpond, hatchery, corf, nursery)

Англо-русский синонимический словарь > nursery
17 stock

1. n главный ствол

2. n неодушевлённый предмет

3. n пренебр. глупый, бесчувственный человек; деревяшка, чурбан

to stand like a stock — стоять как чурбан

4. n опора, подпора

5. n ложа

6. n воен. ствол

7. n мор. стапель

to be on the stocks — стоять на стапеле, строиться

8. n станок для ковки лошадей

stock water — пригодная для водоснабжения вода

remelting stock — вторичный металл для переплава

tool transfer stock — стойка для транспортировки

glue stock — сырье для клееваренного производства

dirty charge stock — остаточное сырье для крекинга

9. n ист. колодки

to put in the stocks — сажать в колодки

10. n тех. бабка

клупп

fast-head stock — неподвижная шпиндельная бабка

splindle-head stock — передняя бабка

mandrel stock — шпиндельная бабка

poppet stock — задняя бабка

11. n тех. коловорот

12. n ступица

13. n тело

14. n колодка

plane stock — колодка рубанка

15. n черенок, рукоятка

16. n мор. шток

anchor stock — якорный шток

stock anchor — якорь со штоком

cupola stock — куполообразный шток

satellitic stock — сопутствующий шток

fouled by the stock — запутавшийся штоком

17. n мор. баллер

lower stock — нижняя часть баллера руля

rudder stock liner — втулка баллера руля

upper stock — верхняя часть баллера руля

stock torque — крутящий момент на баллере

rudder stock recess — выгородка баллера руля

18. a имеющийся в наличии или наготове

stock item — номенклатурный предмет снабжения

stock out — "нет в наличии"

in stock — в наличии на складе

stock car — серийный или стандартный автомобиль

be carried on stock — иметься в наличии на складе

was carried on stock — имелся в наличии на складе

19. a избитый, шаблонный, заезженный

stock joke — избитая шутка

stock argument — шаблонный довод

20. a биржевой

stock prices — биржевой курс

stock quotes — биржевые цены

stock broker — биржевой маклер

stock market boom — биржевой бум

stock exchange price — биржевая цена

21. a скотоводческий

stock train — поезд для перевозки скота

22. a племенной

stock mare — племенная кобыла

breeding stock — племенной скот

pedigree stock — племенное стадо

23. a готовый, патентованный

finished stock storage — резервуар для готового продукта

finished product stock — запас готовой продукции

finished goods stock — запасы готовой продукции

stock rack — стеллаж для готовой продукции

finished stock — запас готовой продукции

24. a складской

stock boy — складской рабочий

stock turnover — оборот товарных запасов; складской оборот

parts depot stock — складской запас запасных частей

stock recording — регистрация складских запасов

stock catalogue — каталог складских единиц

stock catalog — каталог складских единиц

25. v снабжать

to stock a farm — оборудовать ферму

to stock a pond with fish — разводить рыбу в пруду

26. v иметь в наличии, в продаже

to stock varied goods — иметь в продаже разнообразные товары

sale from stock — продажа со склада

been carried on stock — имелся в наличии на складе

out of stock — отсутствующий; не имеющий в наличии

put stores to stock — оприходовать все поступления

being carried on stock — имеющийся в наличии на складе

27. v хранить на складе; иметь в запасе

stock variable — переменная, характеризующая величину запаса

stock variation — изменение объема запасов сырых материалов

reconstituted the stock — восстановил израсходованный запас

operational stock pile — текущий запас материальных средств

made for stock — изготовил на склад; изготовленный на склад

28. v создавать запас, запасать

supply stock — запас

stock up — запасаться

map stock — запас карт

ore stock — запасы руды

park stock — запас склада

29. v корчевать; выкапывать

30. v полоть, выдёргивать

31. v вскапывать

32. v амер. засевать

33. v использовать под пастбище

lending on stock — предоставление ссуды под залог акций

lent on stock — предоставлять ссуду под залог акций

lend on stock — предоставлять ссуду под залог акций

34. v выгонять на пастбище

stock at value — номинальная цена акции

35. v давать новые побеги

new stock issues — новые эмиссии акций

film stock — неиспользованная плёнка; новая катушка плёнки

36. v обыкн... задерживать, останавливать рост

37. v собрать в колоду

computer stock recording — учет складских запасов с помощью ЭВМ

38. v нечестно тасовать

39. v ист. сажать в колодки

pick up shipments received on the stock record account — оприходывать все получения

40. v с. -х. случать; осеменять

Синонимический ряд:

1. common (adj.) average; common; commonplace; garden-variety; ordinary; plain; run-of-the-mill; unexceptional

2. standard (adj.) customary; normal; regular; routine; standard; typical; usual

3. array (noun) array; assortment; selection

4. butt (noun) butt; haft; handle; shaft

5. estimation (noun) appraisal; appraisement; assessment; estimate; estimation; evaluation; judgment

6. family (noun) clan; family; folk; house; kin; kindred; race; tribe

7. goods (noun) armamentarium; backlog; cache; fund; goods; hoard; inventory; merchandise; nest egg; produce; provision; reserve; reservoir; stockpile; store; supplies; supply; treasure; wares

8. lineage (noun) ancestry; breed; descent; lineage; parentage; pedigree; species; strain; type

9. livestock (noun) cattle; horses; livestock; sheep

10. stalk (noun) plant; stalk; stem; trunk

11. trust (noun) confidence; dependence; faith; hope; reliance; trust

12. store (verb) carry; equip; fill; furnish; hoard; keep; provision; store; supply

English-Russian base dictionary > stock

См. также в других словарях:

breeding pond — a pond for holding sexually mature fish in a hatchery setting for use as broodstock. Also called spawning pond … Dictionary of ichthyology
Breeding — Breed Breed, v. t. [imp. & p. p. {Bred}; p. pr. & vb. n. {Breeding}.] [OE. breden, AS. br[=e]dan to nourish, cherish, keep warm, from br[=o]d brood; akin to D. broeden to brood, OHG. bruoten, G. br[ u]ten. See {Brood}.] 1. To produce as… … The Collaborative International Dictionary of English
breeding hapa — hapa (a small net enclosure in shallow ponds used for deposition of eggs or to raise larval and juvenile fish before release into the general pond environment, e.g. for Indian carps) … Dictionary of ichthyology
hofer pond — a breeding pond in Europe used in carp culture. Varies in depth from 30 to 80 cm and has bundles of brushwood for egg deposition. Parents are removed after spawning. Fry are netted or captured as the pond is drained. Lacks an outer trench as in… … Dictionary of ichthyology
spawning pond — a small pond specially designed for natural spawning by brood fish in aquaculture. Also called breeding pond … Dictionary of ichthyology
Indian Pond Heron — Taxobox name = Indian Pond Heron status = LC | status system = IUCN3.1 status ref = [IUCN2006|assessors=BirdLife International|year=2004|id=49590|title=Ardeola grayii|downloaded=12 May 2006] image caption = In non breeding plumage (Kolkata,… … Wikipedia
Chinese Pond Heron — Adult in breeding plumage … Wikipedia
Antonelli Pond — Infobox lake lake name = Antonelli Pond image lake = Antonelli Pond sunset.jpg caption lake = Sunset (February 2008) image bathymetry = caption bathymetry = location = Santa Cruz, California coords = coord|36|57|17|N|122|03|37|W|region:US CA type … Wikipedia
Javan Pond Heron — Taxobox name = Javan Pond Heron image caption = breeding plumage status = LC | status system = IUCN3.1 status ref =IUCN2006|assessors=BirdLife International|year=2004|id=49592|title=Ardeola speciosa|downloaded=26 November 2006 Database entry… … Wikipedia
animal breeding — Introduction controlled propagation of domestic animals in order to improve desirable qualities. Humanity has been modifying domesticated animals to better suit human needs for centuries. Selective breeding involves using knowledge from several… … Universalium
Winnecunnet Pond — See also Winnacunnet. Infobox lake lake name = Winnecunnet Pond image lake = caption lake = image bathymetry = caption bathymetry= location = Norton, Massachusetts, USA coords = coord|41|58|15|N|71|07|55|W|type:waterbody region:US… … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

breeding pond

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

breeding pond

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: